Notizen zu dieser Person
Obligation über 282 Carl. Gulden am 5.5.1690 in Nieuw Beerta:
"Gerhardus Gramsbergen Pastor, Waldrick Nantkes en Focko Hindrici Waldricks geeligeerde in de Nieuwe Beerta attesteerenen betuigh met desen open verzegelden brieve dat gecompareert end erschenen zijn de E. Tonko Phoebus end Aelke Emmes Echtelieden, bekennende en belijende voor hun en haare Erf gn deugdelijk en oprechtelijck schuldich te wesen aen de E. Emmo Luppes Jan Bonnekes end Hareko Hindrichs als voormont end voogden over de Pupillen van wijlen Jan Berents end Grietje Tiarcks, eensomma van 282 Carl. gl. ick segge twee hondert ende twee en tartich Caroli gulden (gulden tot 20 brab gereeckent), belovende voor het gebruick derselve jaerlijks aen rente te betaelen voor jegelijck hondert een somma van 5 Carl. gl. sullende deeerste rente verschenen zijn op Majus 1691 alle jaren onverjaert tot end so lange de geheele sommasal afgelost end betaelt worden: stellende voorts opgemelte Debiteurs tot een expresse hypotheeck en onderpantalle hare tegenwoerdigh hebbende ofte namaels aenervende en anstervende goederen, mobile ofte immobile en hoedanige name die oock magh hebben; en sullen dese pennings met een vierendeel jaers te vooren opsegginge vrij, kost en schadeloos mogen geinnet worden; met re..... van allerechten exceptien en beneficien, die desen eenichsins soms mogen contraneeren in specie de exceptio deductionis et libelli. Alles sonder argelist: Oirkonde der waerheijt hebben Debiteurs opgemelt desen met haer eijgen handen ten Prothocolle verteeckent met kennisse van getuigen hier onder gespecificeert. Actum d. 5. Majus 1690.
Dit merck X heeft Toncke Phoebus met eijgen hant getogen G Gramsbergenals getuige.
Aelke Emmes
G. Veeckensals Getuige
Jurijen harmensals getuige"
Obligation über 235 Carl. Gulden am 4.5.1691 in Nieuw Beerta:
„Gerhardus Gramsbergen Pastor, Waldrick Nantkes end Focke Waldricks geeligeerde in de Nieuwe Beerta attesteeren end betuigen met desen openen versegelden Brieve, dat gecompareertende erschijnen zijn de E. Toncko Phebus ende Aelcke Emmes sijn huisvrouwe bekennende end belijende oprechtelijk end deugdelijck schuldich te zijn acn de E Willem Jans voor sich selfs, end de Aelcke Janß onder hare angesworene Voormoonderen een somma van 235 Carl: gl: ick segge twee hondert ende vijfen dertichgulden, jegelijck gulden tot twintich brab. st. gereekent; belovende voor het gebruick derselve jaerlijcks aen rente te betaelen voor jegelijck hondert een somma van 5 Carl: gl. sullende de eerste rente verschenen zijn op Majus 1692 alle jaerenonverjaert tot ende so lange als de somma sal afgelost worden: Stellend voorts opgemelt Detitoren tot en hijpotheeck end onderpantalle hare tegenwordige hebbende ofte toekoemende aenwinende end anstarvende goederen, mobile end immobile ende soedanige naeme die mogen hebben; ende sullen dese penningen mtsen vrierendeljaeris tevooren opsegginge vrijj, kost ende schadeloos mogen geinnet vonen met renunciatie van al rechten exceptien end beneficieren, die dese eenichsins souden mogen contrarieren: in specie de exeptio deductionis et libelli Alles sonder arglist kenni Thljt hebben Contrahenten deser met haer Eijgen handen geteeckent met ennisse van getuigen de E Focko Hovinck end Geert Deecken. Actum den 4 Majus 1691 Dit merk + heeft Toncke Phe Focco Hovingh getuige Aelke Emmes Geert Deeckens“
Eheprotokoll von Jan Frericks und Fockje Emmes am 13.10.1692 in Nieuw Beerta:
"Jan Frericks und Fockje Emmes am 13.10.1692 in Nieuw Beerta: Gerhardus Gramsbergen Pastor,, Waldrick Nantkes end Focke Waldricks geeligeerde in de Nieuwe Beerta attesteeren end betuigen met desen openen versegelden Brieve, dat gecompareertendeerschijnen zijn
de E. Toncko Phebus ende Aelcke Emmes sijn huisyrouwe bekennende end belijende oprechtelijk end deugdelijck schuldich te zijn aen de E Willem Jans voor sich selfs, end de Aelcke Janß onder hare angesworene Voormoonderen een somma van 235 Carl: gl: ick segge twee hondert ende vijf en dertich gulden, jegelijck gulden tot twintich brab. st. gereekent; belovende voor het gebruick derselve jaerlijcks aen rente te betaelen voor jegelijck hondert een somma van 5 Carl: gl. sullende de eerste rente verschenen zijn op Majus 1692 alle jaeren onverjaert tot ende so lange als de somma sal afgelost worden: Stellend voorts opgemelt Detitoren tot en hijpotheeck end onderpantalle hare tegenwordige hebbende ofte toekoemende aenwinende end anstarvende goederen, mobile end immobile ende soedanige naeme die mogen hebben; ende sullen dese penningen met een vrierendeljaeris tevooren opsegginge vrij, kost ende schadeloos mogen geinnet worden, met renunciatie van al rechten exceptien end beneficieren, die dese eenichsins souden mogen contrarieren: in specie de exeptio deductionis et libelli Alles sonder arglist onhoude den waerhijt hebben Contrahenten deser met haer Eijgen handen geteeckent met kennisse van getuigen de E Focko Hovinck end Geert Deecken. Actum den 4 Majus 1691
Dit merk + heeft Toncke Phebus metsijn eijgen hant getogen
Focco Hovingh getuige
Aelke Emmes
Geert Deeckens"
Trauzeuge am 24.8.1708 in Beerta:
Fol.373 - 24 augustus 1708 - H.V.: „Jan Frerix en Hille Bartels, weduwe van Rigto Udens. Brg.: Edo Frerix, broer; Tonko Phoebes, oude zwager; Jan Edes, naneef; Br.: Onno Bartels en Elisabet Geers (ehel.), broer; Bolo Reents en Haicke Bartels (ehel.), Hero Jans en Foske Bartels (ehel.), zusters; Hindrik Jans Brouwer, oom van vaderszijde; Getuigen: Eppo Jans en Geert Haikens.“
Vormund über Foktien Emmes Kinder am 25.9.1708 in Midwolda
„Tonco Pheebes, Eede Freriks en Eppo Jans, voogden over de 2 minderjarige kinderen van Jan Freriks en Foktien Emmes (gew.ehel.) ter ener, en Jan Freriks ter andere zijde. Ze maken een afhandeling van de nalatenschap van Foktien Emmes. Jan Freriks verkrijgt de gehele nalatenschap. Hij zal de beide kinderen tot 16 jaar onderhouden. Daarna ontvangen ze van hem 1225 gld., en het jongste dochter krijgt dan bovendien een bijbel met zilveren beslag ende een silveren dragt even als de moeder heeft nagelaten. Getuigen: Herman Jans en Herman Nannes.“
Obligation über 129 Caroli Gulden am 15.3.1716 in Nieuw Beerta
„Frederic Beckering Pastor Hanno Jurjens en Claas Geerts geelegeerde in de Niewe Beerta doen kond en betuigen met deese openen versegelde brieve Dat persoonelijk voor ons gecompareert en verscheenen zijn de E Tonko Phebus en Aalke Emmes Egtelieden, welke bekende en beleden kragt deses ontfangen en op rente genoomen te hebben van de E Hinderk Siirts een somma van een hondert en negentwintig caroli gldens dico 129 caroli gl. zijnde verdient loon voor welken gebruik de Debiteure opgemeltjaarlijks an rente beloofden te geeven drie daalder in genere elk Daalder gerekent dertig Brabantige stuivers en sulks alle jaaren onverjaart tot den Dag der oflossinge toe welke geschieden sal wanneer een var beijden een vierendeel jaars te vooren gerigtelijke opsegginge voor de verschijndag sal hebben gedaan waarop dan de eerst volgende verschyndagter betaelinge in gereede gangbaar gelte koste en schadeloos sal werden gedaan en ontfangen en sulks onder verband van den Debiteure allehaare goederen hebbende oftoekoomende roerbaare of onroerbaare, welkesij alle voor dese capitaal somma en daar op te verschijnene rente verhijpothiceeren sij te samen en als in solidum verbindende met onderwerpinge van alle hooge en lage regte en geregte renunciatie van alle regts en gerigts exceptae deese eenigsins conthaereerende, en in Specie an de de Zijde der vrouwe de exceptie senatus consulti vellagi.. authentica si qua muliea van deeser onderweesen, en vorders alle exceptie vacantien .... op proces aller sonder arg of list
orkonde der waerheid hebben de Debiteuren opgemelt deese eijgenhandig tom prothocollede verteekent met kennisse van getuigen de E. Harm Dijken en Hinderik Egberts Actum Niewe Beerta den 15 Meerte 1716
Dit marck + heeft Tonko Phoebus eijgenhandig getrocken
Aelke Emmes
Harm Dijken
F.. Beckering
fallendete eerste vollejaar ... verscheene zijn op Allerheijligen des Jaars 1716"
Quellen und Forschungen zur ostfriesischen Familien- und Wappenkunde; 2011 Heft 4; Seite 11-15
Sönke
Ressel
