Notizen zu dieser Person
Jan III, Graaf van Egmond (alias Manke Jan), geboren op 03-04-1438 te Kasteel Hattem, overleden op 21-08-1516 te Egmond a/d Hoef op 78-jarige leeftijd, begraven op 21-08-1516 te Egmond a/d Hoef.   (nu NH-kerk, voor beschrijving van zijn niet meer aanwezige graf (het zgn. "ledikantje") - zie Bloys en Belonje - Kerken NH Deel III blz. 24 en 25.   Zie ook "De nationale positie van het huis van Egmond in de 15de en 16de eeuw" in het jaarboek Centraal Bureau voor Genealogie 1960 - blz. 33 - 39).   Jan van Egmond, werd een der eerste aanvoerders van de Kabeljauwen en bezocht als kruisridder de Heilige plaatsen. Hij volgde in 1483 zijn vader op als heer van Egmond en werd bij diploma van Maximiliaan te Brussel op 12 november 1486 verheven tot Eerste Graaf van Egmond.   Hij was kamerheer van Maximiliaan in 1477, slotvoogd van Gorinchem in 1481. Van 1483 tot 1515 was hij stadhouder van Holland. Hij kocht in 1481 de heerlijkheid Purmerend, verwierf tevens Baer en Lathum, werd in 1491 ridder in de Orde van het Gulden Vlies.   In 1504 kocht hij de heerlijkheden Hoogwoude en Aertswoude. In 1481 was Manke Jan betrokken bij het beleg en de inname van Dordrecht (Hoekse en Kabeljauwse Twisten) Zie raam in de Grote Kerk Dordrecht. Hij streed tegen de laatste Hoeken en bracht hun in 1490 in het Gat van Brouwershaven een gevoelige nederlaag toe.   In 1492 sloeg hij de opstand van het Kaas- en Broodvolk in Noord-Holland neer. Uit een verhouding voor zijn huwelijk met Josina van Waervershoef (circa 1482 te Andijk) werd een zoon Allert Groot bastaard Van Egmond geboren, welke door de graaf als natuurlijke zoon werd erkend.   (Zie ook Tabel no. 7 - "Het Privilege Semeyns" - P.J.Buyskes - Haarlem 1907.)
Jan I van Egmond, geb. 3 Apr 1438 in kasteel Hattem, ovl. 21 Aug 1516 in het slot Egmond op de Hoef, begraven in Egmond op de Hoef.   Hij had de bijnaam Manke Jan.   Hij is geboren op het kasteel te Hattem op 03-04-1438 en is overleden in het slot te Egmond op 21-08-1516 en in de slotkapel begraven onder een koperen tombe, die   hij bij zijn leven had laten maken.   Heer van Egmond en bij diploma van keizer Maximiliaan, te Brussel op 12-11-1486, verheven tot eerste graaf van Egmond. Zijn linie stierf in de mannelijke lijn in 1707   uit.   Hij was heer van Baer, Purmerend (door koop in 1481) en Lathum. Hij kocht de heerlijkheden Hoogwoud en Aartswoude op 05-03-1504.   Ridder der orde van het Gulden Vlies gemaakt op het kapittel te Mechelen in 1491.   Jan van Egmond ging omstreeks 25-jarige leeftijd naar Jeruzalem en werd daar geridderd. Teruggekeerd steunde hij zijn vader in diens Gelderse politiek en was, bij   het weer opkomen van de partijschappen, een der meest strijdlustigen van de Kabeljauwse partij.   In 1474 woonde hij met zijn broeder Frederik aan de zijde van Karel de Stoute het beleg van Neuss bij.   Hij was in 1476 raad aan het hof van Holland en in 1477, eveneens als zijn broeders, kamerheer van Maximiliaan.   Hij deed in 1479 een vergeefse aanslag op Hoorn en trad daarna als hoofd van de Kabeljauwsen op te Haarlem en Den Haag. Hij nam in het zelfde jaar Leiden op de   Hoeksen, veroverde in 1480 Wageningen en verdedigde in 1481 als kastelein Gorkum tegen de Geldersen en nam Dordrecht bij verrassing.   Het volgend jaar hielp hij Hoorn innemen en het beleg van IJsselstein opbreken. In 1483 oorloogde hij in het Sticht.   Na de dood van de stadhouder Joost van Lalaing op 05-08-1483 werd heer Jan, ingevolge het van Maximiliaan verkregen privilege, dat de stadhouder een landsman   moest zijn, zijn opvolger (1483-1515).   Ook in die hoedanigheid vinden wij hem jaarlijks in het veld. In 1487 in Friesland als bondgenoor der Vetkopers, in 1489 in Holland bij het innemen van Hoorn,   Poelgeest, Woerden en andere Hoeksgezinde plaatsen.   In 1490 nam hij Montfoort en versloeg Frans van Brederode en diens aanhang in een scheepsstrijd op de Zeeuwse wateren. In 1492 hielp hij het oproerige Kaas- en   Broodvolk bedwingen.   Hierna brak er een tijd van rust voor het land aan. Eerst in 1507 vindt men Jan weer te velde bij het beleg van het slot Poederoyen, maar hij werd oud.   In september 1515 legde hij het stadhouderschap neer en werd daarin opgevolgd door graaf Hendrik van Nassau.   Volgens de Oude Tijd 1870 bl. 103, zag men vroeger in de N.H. Kerk Egm. a/d Hoef een houten tombe (het z.g.n. ,,Ledikantje”), waarin de koperen beelden van Jan,   den eersten graaf van Egmond en zijne gemalin Magdalena van Waardenburg.   Behalve een hollandsche inscriptie vertoonde de tombe de wapens van: Egmond, Meurs, Lyngen, Zarwerden, Arkel, Cleve, Gulik, den Berg, Brandenburg; Maellau,   Württenberg, Oostenrijk, Lymery (3 of Wintzy?), Lotharingen, Waardenburg, Baden.   Verder las men:   Johanni + Egmundae   Comiti + Barique + Dominot + Hit   Anno + Aetatis + XX + Hierosoly-   Mis + Regressus + Dordracum + Recoe-   Pit + Trajectum + Tutatus + Est + Hoer-   Nenses + Compescuit + A + Maximil + Caes.   Et + Hollandiae + Praefectus + Et + In   Comitum + Ordinem + Ascitus + Est + Prae-   Fuit + Annos + XXXIII + Monasteria + Cum   Egmondense + Turn + Aha + Ad + Vitae + Sin-   Ceritatem + Revocavit + Templa + Tem-   Plorumque + Et + Huius + Praecipue + Minis-   Tros + Magnifice + Donavit + Susceptis   Ex + Magdalena + Wardenbergensi   Maximil + Caes + Cognata + XV + Liberis   Annos + Natus + LXXVIII + Decessit + XII   Calend + Septemb + MDXVI.   (Zie de afbeelding in de collectie Mr. W. van der Lelij ; zie ook Dr. L. Smits: Schatkamer der Nederl. Oudheden bl. 374 en Boomkamp’s Verhandeling t.a.p.)   Uit het 1e huwelijk zijn 15 kinderen geboren, waarvan er 8 jong overleden.   (1) getrouwd Mei 1484 in Den Haag, Magdalena van Waardenburg, ook bekend als Magdalena van Werdenberg, geb. 1464, (dochter van Georg III van Werdenberg-Sargans en Catharina van Baden) begraven 9 Sep 1538 in Egmond.